3* Dive Master.
Je wordt opgeleid als ‘begeleidend duiker’. Je leert in het onderdeel Redden hoe je moet reageren bij een eventueel duikongeval. Ook leer je hoe je duikers in opleiding kunt begeleiden door duiktechnieken met hen te oefenen. Tenslotte krijg je inzicht in de decompressietheorie. Ook de 3*-duiker duikt binnen de nultijden.
Voordat we het 3*-duikbrevet aanvragen, moet je in totaal minimaal 60 duiken hebben gemaakt. De duiken uit je vorige opleidingen tellen hierbij mee, evenals de duiken die je maakt in het kader van je opleiding. Om te borgen dat je duikervaring voldoende divers is, gelden voor de samenstelling van die 60 duiken de volgende regels:
- ten minste 30 duiken in Nederlands water
- ten minste 10 duiken dieper dan 20 meter
- ten minste 5 nachtduiken
- ten minste 8 getijdenwaterduiken*
- ten minste 7 duiken onder moeilijkere omstandigheden, waarbij je de keuze hebt uit:
- in water kouder dan 10 graden
- in water waarbij het zicht minder is dan 2 meter
- in getijdenwater**
*Deze duiken moeten in West-Europees getijdenwater gemaakt zijn.
**Deze duiken mogen ook ergens anders zijn gemaakt, waarbij er in ieder geval gedoken is op de kentering.
Daarnaast moet je bij je instructeur laten zien dat jij vaardig bent in reanimatie en in het toedienen van zuurstof. Je instructeur weet welke vaardigheidsbewijzen we erkennen. Dat vaardigheidsbewijs mag trouwens niet ouder zijn dan een jaar.
Om deel te kunnen nemen aan de opleiding tot 3*-duiker moet je:
- lid zijn van de NOB (dat verzorgen wij voor je)
- beschikken over een geldige medische goedkeuring voor het beoefenen van de duiksport
- beschikken over het 2*-duikbrevet of een gelijkwaardig ander brevet (zie de tabel).
De 3*-duiker wordt in de Engelse benaming aangeduid als Dive Master. Dit is een internationaal bekende benaming, waarvan de bevoegdheden aansluiten bij wat de NOB-3*-duiker in zijn opleiding heeft geleerd.